Als je Indië begrijpt,

Als je Indië begrijpt,
THOM HOFFMAN SCHREEF BOEK OVER INDIË

In ‘Indië, betovering en desillusie’ schrijft Thom Hoffman over de koloniale geschiedenis. Het is verhelderend, maar gruwelijk.
NICOLETTE VAN DER WERFF
Thom Hoffman is niet meer de mooie jongen uit de films van Paul Verhoeven. Hoewel de grijze haren en rimpels hem niet misstaan en hij als dokter Tinus, in de gelijknamige SBS6-serie, regelmatig een miljoen tv-kijkers wist te boeien, zijn het tegenwoordig niet meer de looks of de acteerprestaties maar vooral z’n foto’s, geschiedenisboeken en colleges die hem voor het voetlicht brengen. Thom Hoffman is een interessante mix van een rasverteller en een vlijtige boekenwurm. Eentje die jarenlang in archieven groef naar sporen van Indië en daar een pil van 1,5 kilo over schreef.

Afgelopen vrijdag ontving Koos Postema het eerste exemplaar van Hoffmans vuistdikke Indië, betovering en desillusie. De tv-journalist maakte in 1969 met een uitzending van ‘Achter het nieuws’ over oorlogsmisdaden tijdens de politionele acties in Indië iets los bij de destijds 12-jarige Wassenaarse scholier die Hoffman toen was.

,,Die uitzending was het begin van een zoektocht van een halve eeuw naar feiten over Indië. Nederlands-Indië was tot dan toe nauwelijks aanwezig in mijn leven. Ik wist dat mijn oma en vader er geboren waren. Haar Molukse huid was bruiner dan de mijne. Maar veel verder dan op zondag in een rantang (etensdrager, red.) rijsttafel halen, de ikat gordijnen in het huis van mijn grootouders en de pels van een Sumatraanse tijger boven mijn bed ging de band met Indië ogenschijnlijk niet. Die uitzending van Achter het nieuws zorgde voor emoties binnen de familie. Ik hield een spreukbeurt in de zesde klas van de Kievietschool over de politionele acties. Ik weet niet meer wat ik precies vertelde, maar het onderwerp liet me niet meer los.”

,,Op het Rijnlands Lyceum werd geschiedenis m’n lievelingsvak. We leerden echter vrijwel niets over Indië. Daar stonden slechts vier regels over in ons geschiedenisboek”, zegt Hoffman, die dat boek uit gymnasium 6B nog steeds in z’n boekenkast heeft staan. ,,Ik heb al m’n schoolboeken nog”, bekent Hoffman die zo ongeveer in een bibliotheek moet wonen, want na de leeslijsten voor het eindexamen is hij niet gestopt met het verzamelen van literatuur. ,,Wanden vol Indië-boeken en heel wat dozen in de kelder”, beschrijft Hoffman z’n bieb aan huis.

Contrast
,,Het waren niet alleen boeken die mij leerden over Indië. ‘De stille kracht’, met Pleunie Touw en Hans Dagelet, zorgde ervoor dat heel Nederland, ik ook als 17-jarige, aan de buis zat gekluisterd. De tv-serie zorgde voor een soort nostalgisch terugverlangen naar het verloren paradijs Nederlands-Indië waar mannen witte tropenuniformen droegen en vulkanen rommelden. Ik wilde er meer van weten en ontdekte dat Indonesië, ondanks de bittere koloniale geschiedenis, ook sprookjesachtig mooi is. Juist dat contrast, tussen bitter en ongelooflijk mooi, heeft er waarschijnlijk voor gezorgd dat er geweldige boeken en artikelen over zijn geschreven.”

Ondanks 750 pagina’s, een bronnenlijst en een voetnotenregister om u tegen te zeggen, schrijft Hoffman in zijn verantwoording aan het eind van het boek geen wetenschappelijke

pretentie te hebben. Daarmee doet hij zijn werk tekort. ‘Indië, betovering en desillusie’ is een dijk van een academisch werk over een pijnlijk onrechtvaardig stuk koloniale geschiedenis. Ieder feitje kan, dankzij het notenapparaat, worden gefactcheckt. Hoffman neemt zijn lezer serieus. ,,Vanzelfsprekend. Indië is een lastig onderwerp om over te schrijven. De een weet er niets van, de ander alles. Ik wilde beide groepen kunnen boeien. Ik put uit bronnen als politieke toespraken en overheidsrapporten maar ook uit Kuifje, romans, dramaseries en tv-documentaires die het geheugen kleurden.”

Als verteller neemt Hoffman de lezer bij de hand. Die hoeft van tevoren niet te weten wie Douwes Dekker, Westerling of Hatta ook alweer waren. Hoffman legt het stap voor stap uit. Je huivert met hem mee als hij de gevolgen van koloniseren noteert. Kapitein Raymond Westerling die 3000 mensen, zonder enige vorm van proces, standrechtelijk executeerde. Dat een Nederlandse legerkapitein, in 1946, dit soort nazi-praktijken op Celebes mocht uitvoeren zal lezers schokken. ,,De geschiedenis is soms gruwelijk. Toen ik beschreef hoe koelies werden behandeld en hoe vrouwen werden gestraft met seksueel geweld en elektrocuties vroeg de uitgever of ik dat niet minder expliciet moest opschrijven. Maar het wás gruwelijk. Dus zo schrijf ik het op.”

De auteur noemt het beestje vaker bij de naam. Al is die soms lelijk. ,,Ik gebruik liever het ruwe woord ‘koelie’ dan het minder confronterende ‘contractarbeider’ omdat ‘koelie’ illustratief is voor een uitbuitend systeem. De meeste zogenaamde contractarbeiders zagen overigens nooit een contract. Woorden zijn belangrijk. Pijnlijke woorden ook. Wie pijnlijke woorden afschaft, poetst de geschiedenis weg.”

,,Of dit een monsterklus was? Helemaal niet. Ik heb alleen maar hoeven rangschikken. En daarbij kreeg ik hulp. Van de mensen van het Nationaal Archief in Den Haag bijvoorbeeld. Daarnaast heb ik reuzen van voorgangers die alles al hebben gedocumenteerd. Het Rhemrev-rapport, om een belangrijke bron te noemen, over de mensonterende omstandigheden op de plantages, is al in 1903 geschreven. Ik hoefde het alleen in een context te plaatsen. Je noemt me een auteur, maar ik ben geen Couperus of Hermans. Zij creëerden vanuit niets. Dat is veel moeilijker. Voor dit boek hoefde ik alleen te zoeken, ordenen en, vierenhalf jaar lang, schrijven. Waarom ik het schreef? Omdat ik als burger van dit land vragen had over onze geschiedenis. Toen ik de antwoorden vond, vond ik het ook mijn taak erover te schrijven. Het verhaal over Indië is de wereldgeschiedenis, die zich keer op keer herhaalt. Als je Indië begrijpt, begrijp je alles.”