Adoeh seh

Adoeh seh

Adoeh seh is het eerste boek van Jim Grondhuis (1950). Vroeger, toen hij in Groningen woonde, interviewde hij acteurs, kleinkunstenaars en leden van (on)bekende popgroepen. Deze interviews verschenen in het dagblad ” de Waarheid”
In Adoeh seh beschrijft hij stukjes uit het leven van achttien Indische families die uiteindelijk allemaal in Amersfoort zijn komen wonen. Per hoofdstuk vertelt hij over hun leven in Nederlands-Indië , de oorlogstijd, de naoorlogse tijd, de overtocht en hoe het ze in Nederland verging.
Adoeh seh vraagt aandacht voor de positie van Indische-Nederlanders, in het verleden, maar ook in het heden.

Jim Grondhuis
meer info; website
Lees het AD.NL

De weg naar Amersfoort: de verschillende verhalen van Nederlands-Indische families

Jim Grondhuis: ,,Ik ben al vier verschillende mensen in mijn jeugd in Amersfoort tegengekomen die ook op de Atlantis geboren zijn.”
In Amersfoort wordt maandag 15 augustus het officieel einde van de Tweede Wereldoorlog herdacht. Op die datum was Nederlands-Indië vrij. Jim Grondhuis vertelt bij de herdenking over zijn boek Adoeh Seh – De weg naar Amersfoort. In dat boek staan achttien verschillende verhalen van families met Nederlands-Indische roots. 

Grondhuis is zelf in 1950 geboren aan boord van de Atlantis, toen zijn ouders van Indonesië naar Nederland voeren. ,,Ik ben al vier verschillende mensen in mijn jeugd in Amersfoort tegengekomen die ook op de Atlantis geboren zijn.” In zijn boek beschrijft Grondhuis de verhalen van achttien Indische families die in Amersfoort zijn komen wonen. Adoeh Seh is in het Maleis een roep: een schrik van verbazing. Het gaat over hun leven in Nederlands-Indië, de (na)oorlogstijd, de overtocht en hoe het de families daarna verging. 

,,Ik wilde graag de woordvoerder zijn van hun ervaringen”, vertelt Grondhuis. ,,Uit de gesprekken blijkt dat wij, de verschillende families, dezelfde ervaringen hebben gehad, maar ook veel verschillende. Zo ervaart iedere familie op een andere manier discriminatie.” Een overeenkomst die juist veel terugkwam, was dat veel vaders in het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL) hebben gezeten. ,,In dat opzicht is Amersfoort niet zomaar een stad geweest, er zaten veel kazernes waar de vaders gestationeerd werden.” 

Mijn vader vertelde onder het mom van een lolletje een anekdote, maar daaronder zat het leed

HOMMAGE Het idee voor het boek is ontstaan toen Grondhuis vorig jaar een praatje mocht houden voor de herdenking in De Bilt. ,,Ik besloot een hommage te schrijven aan het leven van mijn ouders, en indirect ook aan andere Indische mensen uit hun generatie.” De ouders van Grondhuis zijn op Java geboren en hebben daar veel meegemaakt. Beide ouders werden op jonge leeftijd wees. Als op 8 maart 1942 het KNIL capituleert, komt zijn vader als KNIL-militair in een kamp terecht, zijn moeder werd buitenkampster. In 1945, vrijwel direct na de oorlog, zien zijn ouders elkaar weer. 

Na de Bersiap besloten ze richting Nederland te gaan, waar ze in contractpensions belanden. In 1952 woont het gezin in een huurhuis in Amersfoort. ,,Over de oorlog werd er wel gepraat. Mijn vader vertelde onder het mom van een lolletje een anekdote, maar daaronder zat het leed. Die ervaring was ook heel wisselend bij de verschillende families. Zo zijn er vaders geweest die er niet over wilden praten.” 

Dit jaar is het de derde keer dat Amersfoort een herdenking organiseert, maar de vader van Grondhuis is sinds 1988 altijd naar de herdenking in de Bilt geweest. ,,Ik denk dat het heel belangrijk is om de herdenking te blijven koesteren.” Naar aanleiding van de gesprekken met de families heeft Grondhuis weer een idee voor een nieuw boek. ,,Mijn huidige boek gaat natuurlijk over de tweede generatie, zij vertellen over de eerste generatie. Maar hoe is het met de derde generatie? Hoe denken mijn kinderen over Indisch zijn? Dat wil ik nog graag optekenen.” 

door Marit Bos